Witstaartstekelvarken

(Hystrix indica)

Witstaartstekelvarkens behoren tot de knaagdieren en zijn de op twee na grootste van de familie. Alleen de bever en capibara zijn nog groter. De tanden van een knaagdier groeien hunleven lang door.
Om er voor te zorgen dat de tanden niet te lang worden, moeten zij knagen. Stekelvarkens doen dit voornamelijk op harde boomstronken maar zijn ook wel eens knagend op dierenbotten waargenomen (waarschijnlijk is dit ook vanwege de kalkopname voor de groei van hun stekels. Stekelvarkens leven vooral ‘snachts en liggen overdag vaak tussen de rotsen verscholen te slapen.

Behalve de mens zijn voornamelijk grote katachtige de grootste vijand van stekelvarkens. Om zich tegen deze gevaren te verdedigen, zijn zij uitgerust met een grote hoeveelheid harde en scherpe stekels.
Als een stekelvarken zich bedreigd voelt, dan spreidt deze de stekels en ratelt met z’n staartratel. Als een roofdier daar niet van onder de indruk is, valt het stekelvarken zelf aan en duwt de stekels in het lijf van z’n belager. De harde stekels kunnen daarbij achterblijven in de aanvaller en zware verwondingen veroorzaken.
dat dit zeer effectief is blijkt uit het feit dat luipaarden en zelfs tijgers zijn overleden na een aanval op een witstaartstekelvarken.