Blauwtongskink
Blauwtongskink
(Tiliqua scincoides chimaerea)
De blauwtongskink heeft z’n naam gekregen vanwege de knal blauwe tong, die fel afsteekt tegen de roze binnenkant van de bek.
Door deze blauwe tong, met luid gesis, plotseling uit te steken, kan de blauwtongskink vijanden imponeren en verjagen. Deze skinken zijn hoofdzakelijk overdag actief en verschuilen zich ‘s avonds in ondergrondse holen.
Het zijn schuwe dieren die dankzij hun gladde schubben niet makkelijk te vangen zijn.
De blauwtongskink is eierleggend levendbarend, dat wil zeggen dat de jongen in eieren groot worden welke in de moeder al uitkomen. Ze worden daarna als volgroeid jong geboren worden.
Rijk: Animalia (Dieren)
Stam: Chordata (Chordadieren)
Klasse: Reptilia (Reptielen)
Orde: Squamata (Schubreptielen)
Onderorde: Lacertilia (Hagedissen)
Infraorde: Scincomorpha (Skinkachtigen)
Familie: Scincidae (Skinken)
Geslacht: Tiliqua
Herkomst: Indonesië (Tanimbareilanden)
Voedsel: insecten, fruit, slakken, kleine dieren
Leeftijd in de natuur: 15 jaar
Leeftijd in dierentuinen: 20 jaar
Solitair/groep: solitair
Aantal jongen: 6 tot 20 (levendbarend)
Bedreiging: niet bedreigd